Hij komt, zoemde er door het Tentenkamp wat Libelle Zomerweek heet. Op zaterdag. Iedereen op scherp.Ik dacht alleen: “Wat leuk, die leuke man komt weer eens hiernaartoe.” Opgevoed met een achting voor hiërarchie. De dokter heeft gestudeerd, de burgemeester is de belangrijkste burger van het dorp en de minister president is exellentie. Doorgegroeid met ontzag voor mensen die mij als persoon wisten te raken, humor met me deelden of gewoon levenswijs waren. Die leuke man is daar een van. Hij is welbespraakt, ik vind het leuk dat we samen kleine grapjes kunnen maken en het is iemand met interesse op veler gebied. Dus toen het HIJ KOMT zoemde, dacht ik: “Ga ik een liedje voor hem zingen.”
Zo gezegd zo gedaan. De mensen in de buurt vroegen me vlak ervoor, ben je niet zenuwachtig. Geen moment. Ik ging gewoon een leuk liedje zingen voor een leuke meneer. Zenuwachtig, waarvoor, ik kan toch zingen! Er zit een tussenstukje in het liedje wat ik zing. Hij is, dacht ik, redelijk conservatief opgevoed, dus heeft vast dansles gehad. Leuk in het tussenstukje, gaan we samen dansen…”Ik peins er niet over! Er zijn camera’s bij!’, zegt de leuke meneer. En toen dacht ik…oh jee, wat doe ik nou? Heel even. Het liedje moest af. Op het juiste moment zei hij waar heel het land op zat te wachten. I love you… en steeg hij zomaar weer in mijn achting.